Martinus Jacobsz Ruijsendaal
Martinus Jacobsz Ruijsendaal,
geb. op 01-11-1764 te Bussum,
ged. Rooms Katholiek op 01-11-1764 te Bussum; dgt. Petronella van der Hoef.- Vader:
Jacob Gerritsz Ruijsendaal, zn. van Gerrit Volckertsz Ruijsendaal en Claesje Dircks Claver,
geb. op 27-08-1714 te Bussum; Koptienden Eerste: 1730-17,
ged. Rooms Katholiek op 27-08-1714 te Naarden; dgt. Beijtie Volkers,
ovl. op 10-10-1767 te Bussum,
begr. op 13-10-1767 te Laarderhoogt; Impost: f 3,-,
, -
JACOB GERRITS
Bussum Koptienden (1730-17 ):
1730-17: bij ERF v. Gerrit Volkers 1 Spt 3 kop
-
Naarden-Dopen-RK ex Bussum; 27-08-1714: Clasie Dirks en Gerr Volkerts; dgt. Beijtie Volkerse
-
Naarden-Trouwen-Kosten; 05-01-1747: Jacob Gerrits Ruijsendaal, met Claasje Hendrikz de bruijt woonagtig te Hilversum: f 15,-
-
Naarden-Impost op Begraven; 13-10-1767: Jacobus Gerritz Ruijsendaal, naast Laarderhoogt: f 3,-
-
ONA-3745; 02-11-1728: Verdeling boedel; 4 van 35 blz. Jacob Jacobsz Gleijn in huwelijck hebbende Feijtie Jacobs, sijnde deselfde Feijtie Jacobs een eenig kind van beide wijlen Jacob Rijxe en Geertie Dircks in leven echteluijden, gewoond
hebbende tot Lage Bussum, en deselve Geertie Dircks een dochter van (mede beide wijlen) Dirk Claasz Claveren en Gerritie Freecken, in leven Echteluijden en tot Lage Bussum woonachtig, en uit dien hoofde deselve Feijtie Jacobs voor de eene helft
geinstitueerde erfgenaam van Dirk Claasz Claveren en Gerrtie Freecken ter eenre, ende Rijck Elbertsz Perck als testamentaire voogd, mitsgaders Pieter van Voorthuijsen ende de voorn Jacob Jacobsz Gleijn door Gereghte als gesurrogeerde voogden
over de drie onmondige kinderen genaamd Geertje, Agatha en Jacob Gerritse, van mede wijlen Gerrit Volkersz door hem verwekt bij mede wijlen Claasje Dirks, die mede een dochter is geweest van Dirk Claasz Claveren (naardat hij in Huijsen tot
tweemaal hertrouwd was, in de maand November 1727 ia comen te overlijden)
Testament Dirk Claasz Claveren en Gerritje Freeken opgesteld door Not. Thierensz d.d. 21-11-1716 te Lage Bussum)
-
ONA-3745; xx-12-1728: Verdeling boedel; 4 van 35 blz. Jacob Jacobsz Gleijn in huwelijck hebbende Feijtie Jacobs, sijnde deselfde Feijtie Jacobs een eenig kind van beide wijlen Jacob Rijxe en Geertie Dircks in leven echteluijden, gewoond
hebbende tot Lage Bussum, en deselve Geertie Dircks een dochter van (mede beide wijlen) Dirk Claasz Claveren en Gerritie Freecken, in leven Echteluijden en tot Lage Bussum woonachtig, en uit dien hoofde deselve Feijtie Jacobs voor de eene helft
geinstitueerde erfgenaam van Dirk Claasz Claveren en Gerrtie Freecken ter eenre, ende Rijck Elbertsz Perck als testamentaire voogd, mitsgaders Pieter van Voorthuijsen ende de voorn Jacob Jacobsz Gleijn door Gereghte als gesurrogeerde voogden
over de drie onmondige kinderen genaamd Geertje, Agatha en Jacob Gerritse, van mede wijlen Gerrit Volkersz door hem verwekt bij mede wijlen Claasje Dirks, die mede een dochter is geweest van Dirk Claasz Claveren (naardat hij in Huijsen tot
tweemaal hertrouwd was, in de maand November 1727 ia comen te overlijden)
Testament Dirk Claasz Claveren en Gerritje Freeken opgesteld door Not. Thierensz d.d. 21-11-1716 te Lage Bussum),
tr. (1)
met Emmerentia Hendriks Boelhouwer.,
tr. (2)
met Claasje Hendriks Fokker.,
tr. (3) op 23-08-1757 te Naarden.
- Moeder:
Anna-Maria Martens Hoeven van der,
Rooms Katholiek,
ovl. op 19-07-1786 te Bussum,
begr. op 23-07-1786 te Na 't Laarderhoogt; Impost: f 3,-,
, -
Naarden-Dopen-RK; 11-12-1767, BUSSUM, Jacobus, V: Tijme Krijne, M: Claasje Ruijsendaal, Susc. Anna Maria van der Hoeven.